Gebruik van het begrip "whiplash? leidt tot meer gezondheidsklachten
RUG persbericht - 27 mei 2009
Mensen die nekpijn na een auto-ongeluk toeschrijven aan een whiplash, herstellen minder snel dan mensen die deze term niet gebruiken, onafhankelijk van de ernst van de klachten. Dat blijkt uit onderzoek van Jan Buitenhuis van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Buitenhuis pleit ervoor dat artsen de term whiplash niet meer gebruiken. Dit omdat de term onjuiste verwachtingen kan voeden. "Als mensen verwachten dat ze ernstige klachten zullen houden, herstellen ze minder snel.? Buitenhuis promoveert op 3 juni 2009 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Van oorsprong verwijst de term whiplash naar de beweging van het hoofd bij een kop-staartbotsing. Tegenwoordig wordt de term gebruikt om een complex aan medisch onverklaarbare symptomen te beschrijven, waaronder in elk geval nekpijn, die zijn ontstaan na ongevallen. De meeste patiënten herstellen in de eerste maanden na het ongeval spontaan van een whiplash. Tot 40 procent van de mensen houdt er echter chronische klachten aan over: naast nekpijn vaak ook cognitieve problemen, zoals verminderd concentratievermogen.
Onverklaarbare klachten
Voor de chronische klachten van whiplashpatiënten wordt per definitie geen fysieke oorzaak en geen lichamelijk letsel gevonden. Het feit dat whiplash alleen bekend is in enkele West-Europese landen, de Verenigde Staten en Australië, en het feit dat het herstel van whiplashpatiënten in verschillende landen een verschillend beloop kent, lijken aanwijzingen dat de culturele context van groot belang is. Maar welke factoren die culturele context precies bepalen, is nog nooit onderzocht.
Psychologische factoren
Buitenhuis onderzocht de invloed van psychologische factoren op het beloop van de klachten. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen die hun klachten een maand na het ongeval nadrukkelijk toeschrijven aan een whiplash, een grotere kans hebben 12 maanden na hun ongeluk nog klachten te hebben, dan mensen die dit niet doen. Ook mensen die de neiging hebben om bij problemen uit te gaan van het slechtst denkbare scenario en mensen met posttraumatische stressklachten houden relatief lang last van nekklachten.
Vermijd het begrip
Buitenhuis: "Mijn onderzoek laat zien dat gebruik van de term whiplash invloed heeft op het beloop van de klachten. De term "whiplash? associëren veel mensen met chronische, ernstig invaliderende klachten. Veel mensen denken dat je met een whiplash voorzichtig moet zijn met bepaalde bewegingen, of je nek vooral stil moet houden. Dat kan tot problemen leiden. Als mensen verwachten dat ze ernstige klachten zullen houden, herstellen ze minder snel.? Door gebruik van de term te vermijden, kunnen artsen negatieve verwachtingen bij hun patiënten voorkomen, en zo mogelijk hun herstel bespoedigen, aldus de promovendus. Hij pleit ervoor dat de richtlijnen voor artsen op dit punt worden aangepast.
Onderzoek
Voor zijn onderzoek nam Buitenhuis vragenlijsten af bij slachtoffers van verkeersongevallen die bij verzekeraar Univé een letselschadeprocedure startten. In totaal werden 1971 personen geënquêteerd, verdeeld over vier groepen, voor vijf deelonderzoeken. Alle deelnemers vulden drie vragenlijsten in, respectievelijk 1, 6 en 12 maanden na het ongeval. Buitenhuis tekent aan dat de deelnemers wellicht ernstiger klachten hebben dan slachtoffers die geen letselschadeprocedure startten en dat de claimsituatie van invloed kan zijn. Daarom kunnen de resultaten van dit onderzoek niet zonder meer gegeneraliseerd worden.
Curriculum Vitae
Jan Buitenhuis (Meppel, 1964) studeerde geneeskunde te Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek aan de afdeling Gezondheidswetenschappen van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en binnen onderzoeksschool SHARE. Buitenhuis verrichtte zijn onderzoek als buitenpromovendus; in het dagelijks leven is hij medisch adviseur bij Univé verzekeringen. De titel van zijn proefschrift luidt: "The Course of Whiplash. Its psychological Determinants and Consequenses for Work Disability?. Hij promoveert in de Medische Wetenschappen bij prof.dr. J.W. Groothoff en prof.dr. P.J. de Jong.
Noot voor de pers
Contact: via de persvoorlichters van het UMCG, tel. 050-361 2200,
e-mail: voorlichting@bvl.umcg.nl